Money Illusion
De money illusion of geldillusie is de neiging om over geld te denken in nominale termen (geldbedragen) en niet in reële termen (koopkracht): men houdt dan geen rekening met inflatie. Met de huidige hoge inflatie en omhooggaande rente, goed om meer van te weten en rekening mee te houden.
De term werd geintroduceerd door Irving Fisher in Stabilizing the Dollar. Het werd populair door John Maynard Keynes begin 20ste eeuw en Irving Fisher publiceerde een belangrijk boek over het onderwerp in 1928: The Money Illusion.
In 1986 voerden de wetenschappers Daniel Kahneman, Jack Knetsch en Richard Thaler een experiment uit. Deelnemers aan hun experiment kregen een salarismaatregel voorgelegd.
- Deelnemers uit groep A werd gevraagd of ze een verlaging van het salaris met 7% redelijk vonden. Deze deelnemers konden ervan uitgaan dat inflatie geen rol speelde.
- Deelnemers uit groep B werd gevraagd of ze een verhoging van het salaris met 5% redelijk vonden, terwijl ze rekening moesten houden met een inflatie van 12%.
Economisch zijn deze resultaten hetzelfde. Ze komen uit op een min van 7%.
Echter 6 op de 10 deelnemers uit groep A vond de maatregel onredelijk, en slechts 2 op de 10 deelnemers uit groep B vond de maatregel onredelijk. Conclusie: De deelnemers snapten dus niks van inflatie en relatieve percentages.
Onderzoekers Shafir, Diamond en Tversky ontdekten waar de denkfout vandaan komt: dingen die we kunnen meten, tellen of wegen, horen niet te veranderen. “Units of measurement” noemen de onderzoekers dit.
- Eén kilo blijft altijd 1.000 gram
- Eén meter blijft altijd 100 centimeter
En zo behandelen we geld ook: Eén euro blijft altijd 100 cent. Alleen bij geld werkt het anders en dat vinden we lastig. De waarde van geld is relatief, niet onafhankelijk en stabiel.