Misinformation effect
De neiging dat de herinnering aan gebeurtenissen in het verleden wordt veranderd na blootstelling aan (misleidende) informatie na de gebeurtenis.
Rondom 1970 voerde onderzoeker Elizabeth Loftus een experiment uit op herinneringen van gebeurtenissen. Ze toonde een video van een auto-ongeluk en vroeg deelnemers om de snelheid van de auto’s te voorspellen. Een deel van de deelnemers werd gevraagd naar de snelheid nadat de auto’s elkaar hadden geraakt, de andere deelnemers werd ook gevraagd naar de snelheid, maar nadat de auto’s op elkaar waren gebotst. De deelnemers waarbij het woord “gebotst” werd gebruikt gaven een hogere snelheid op en waren eerder geneigd incorrect te herinneren dat er glas was gebroken toen ze een week later naar de gebeurtenis werd gevraagd.
Uit later onderzoek blijkt dat het misinformatie effect niet alleen door externe (mis)informatie wordt veroorzaakt, maar dat we onze eigen herinneringen ook kunnen misleiden als we ze terughalen en reconstrueren.
Voorbeelden van misinformation effect
Sinds deze studie is er veel onderzoek naar het misinformation effect en valse herinneringen gedaan. Zeker bij getuigenverklaringen bij misdrijven kan het misinformatie effect grote consequenties hebben en leiden tot onterechte veroordelingen.
Het misinformatie effect treedt eerder op als de hoeveelheid tijd nadat de gebeurtenis heeft plaatsgevonden langer is: het effect vindt eerder plaats als de originele herinnering meer is vervaagd. Leeftijd heeft ook effect: op jonge kinderen en ouderen heeft het misinformatie effect meer vat. Het bespreken van de gebeurtenissen tussen getuigen kan leiden tot vervorming van iemands herinnering, net als het lezen of kijken van het nieuws over de gebeurtenissen. En hoe vaker getuigen geconfronteerd worden met misleidende informatie, hoe groter de kans dat ze denken dat de misleidende informatie onderdeel was van de gebeurtenis.